Buddy Vedder: ‘Ik ben zo blij dat ik geen jurylid ben’

Buddy Vedder (29) krijgt het druk dit najaar. Hij toert door het land met de musical ‘Saturday night fever’, en is ook weer te zien in het nieuwe seizoen van ‘Holland’s got talent’.

Wat is er nieuw dit seizoen?

“Voorheen bepaalde de jury na de audities wie door mochten naar de halve finale tijdens het juryberaad. Dat is wereldwijd de formule van Got talent, maar kijkers vonden dat toch wat gekkig en onduidelijk. Daarom is er een nieuwe regel: alleen mensen met een ‘golden buzzer’ staan automatisch in de halve finale. De rest moet zich na hun geslaagde auditie nog eens bewijzen.”

Kun jij zelf na twee seizoenen nog verrast worden?

“O, reken maar. Dit blijft de veelzijdigste talentenjacht van de Nederlandse televisie. Het blijft ook fris omdat Jamai en ik vooraf amper iets weten. Net als de jury krijgen we alleen de namen en het soort act door. Elk seizoen ben ik weer blij dat ik geen jurylid ben. Hoe kun je iemand die prachtig zingt vergelijken met een illusionist die een koelkast optilt met zijn tong?”

Hoe combineer je straks tv-werk met je hoofdrol in ‘Saturday night fever’?

“Door goede afspraken te maken: zo’n theatertournee staat vaak al meer dan een jaar van tevoren vast, dus in overleg met RTL is mijn opnameschema er zoveel mogelijk op aangepast. Maar het worden pittige maanden. Ik train hard met een fysiotherapeut, let op mijn voeding en zorg dat ik genoeg slaap krijg. Sowieso is op tijd je rust pakken belangrijk: op maandag spelen we niet, dan lig ik meestal in pyjama op de bank.”

Het hele interview leest u in de Televizier van week 36. Deze editie ligt nu in de winkel. Bent u geen abonnee, maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Tekst: Jef Willemsen.

Dennis van der Geest: ‘Dit is een totaal andere beleving’

De polsbandjes blijven en de spectaculaire spellen ook. Maar voor de rest is er vergeleken met de tropische eilandvoorganger van ‘Million dollar desert’ veel veranderd, legt Dennis van der Geest uit.

Hoe ziet Million dollar desert eruit?

“Het programma speelt zich ditmaal niet af op een tropisch eiland, zoals eerder in Million dollar island, maar in een woestijn in Saoedi-Arabië. Ditmaal zijn er geen honderd, maar dertig deelnemers. Een goede zaak vind ik, zo leer je ze als kijker sneller kennen. Ze krijgen ieder niet één, maar drie polsbandjes van 10.000 euro – over de laatste 100.000 euro komt later duidelijkheid. Ze spelen spellen met die bandjes als inzet.”

Waarom de verplaatsing naar de woestijn?

“De kijkers hebben wel vaker programma’s op tropische eilanden gezien, dit is een totaal andere beleving. En het is heel zwaar. De woestijn is prachtig, maar heel desolaat. Er zijn enorme rotspartijen – het lijkt wel Mars. De kandidaten zitten in een kloof tussen de bergen, er zijn dus wel goede schaduwplekken te vinden. Maar het is er heet en er groeit niets in deze droge hitte. Ze hebben wel een moestuin, maar eigenlijk is zelfs dat niet te doen. Verder hebben ze wat spullen om een onderkomen mee te bouwen, een waterkraan en een klein beetje eten.”

Wat voor mensen doen mee?

“Van achttienjarigen tot zestigers. En het zijn zeker niet alleen topfitte sportschooltypes, het is een heel gemêleerd gezelschap. Er zit zelfs een deelnemer tussen met een zandfobie. Ja, ik vroeg me ook af waarom zij wilde meedoen, maar ze keek gewoon heel erg uit naar het avontuur.”

Wat is de volgende stap na Million dollar desert? Million dollar iceland?

“Ja, dat soort grappen maken we hier ook. Wie weet. We gaan net zo lang door tot het Million dollar studio is geworden, lekker dicht bij huis. Even serieus: in de woestijn was het in ieder geval heel tof.”

Het hele interview leest u in de Televizier van week 36. Deze editie ligt nu in de winkel. Bent u geen abonnee, maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Tekst: Richard Roosenboom

Alles moet kloppen

Seksuele chantage, schaamte, spanning, liefde en intriges. Thrillerserie De ring is een ingenieus bouwwerk vol plotwendingen. Hoe bedenk je zoiets en hoe voer je het uit? Regisseur/scriptschrijver Frank Ketelaar en acteur Minne Koole vertellen.

Frank Ketelaar herinnert zich het vertrekpunt voor zijn nieuwe thrillerserie De ring, waarin Anna door haar grootste opdrachtgever seksueel wordt gechanteerd. “Ik zag achter elkaar documentaires over Jeffrey Epstein, de zaak Monica Lewinsky versus Bill Clinton en over Bill Cosby. Allemaal toffe peren, mannen met charisma die monsters bleken te zijn. Zo kwam ik op het idee van een charmante spijkerbroekentycoon met een gevaarlijke kant.”

De ring zit, net zoals Ketelaars eerdere hitserie Klem, vol plotwendingen en details. Voor de oplettende kijker dus. Ketelaar, die De ring schreef en grotendeels regisseerde, lacht: “Het construeren van ingewikkelde verhalen is mijn olympische sport. Ze noemen mij wel de timmerman onder de scenarioschrijvers.”

Eén lange schaakpartij

Minne Koole speelt rechercheur Max. Toen hij het ingewikkelde script zag, kreeg hij lichte stress. “Ik ben een controlfreak, wil alles altijd helemaal begrijpen.” Hij lacht: “Thuis had ik een prikbord van één bij twee meter vol met papiertjes, met daarop al mijn scènes per dag. We filmden soms tien scènes achter elkaar. Met één blik op het bord wist ik: in die scène speel ik met mijn maat Pim, we hadden ruzie en dit is de eerste keer dat we elkaar weer zien. Dus deze emotie hoort erbij.”

Hoe ‘bouw’ je zo’n ingenieus verhaal?
Frank gebruikt zeker geen prikbord, zegt hij. “Het begint met associëren en doordenken. Wie zijn mijn hoofdpersonen, hoe kennen ze elkaar en hoe kunnen ze het elkaar zo lastig mogelijk maken?” Elke aflevering werkt hij eerst globaal uit, op anderhalf A4’tje. “Pas daarna ga ik echt schrijven.” Gaandeweg verandert hij nog van alles om het verhaal kloppend te krijgen. “Scenarioschrijven is eigenlijk een lange schaakpartij waarbij je de eerste zet wél over kunt doen.”

Het hele interview leest u in de Televizier van week 35. Deze editie ligt nu in de winkel. Bent u geen abonnee, maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Tekst: Tijgerbloed.

Waarom René en Natasja ook op tv zo’n fijn duo zijn? ‘We maken elkaars zinnen af’

Levensveranderend, zo noemt Natasja Froger het nieuwe programma Een eigen huis, dat ze samen met haar man René presenteert. Er staat voor de deelnemers dan ook vijf jaar gratis wonen op het spel.

Wat is er te zien in het nieuwe ‘Een eigen huis’?

Natasja: “Het programma draait om een klushuis in Voorthuizen. Zes koppels gaan dat huis met elkaar verbouwen en elke week stemmen ze één persoon naar huis. De andere helft van het koppel blijft. Die kan de finale nog halen, als dat lukt komt de wederhelft die is weggestemd terug. De winnaar mag vijf jaar gratis wonen in het huis dat ze tot een prachtige villa hebbenverbouwd. Wat dat betreft is het levensveranderend.” René: “Een eigen huis is heel actueel. De huidige huizenmarkt is verschrikkelijk, zeker als je wat jonger bent, is het niet te doen om aan een huis te komen. Het is ook een van de redenen waarom we dit programma zo sympathiek vinden en van mening zijn dat het nodig is. Als winnaar woon je niet alleen vijf jaar zonder vaste lasten, ook de kosten zoals boodschappen en benzine betaald worden. In de finale is het aan de kijker om de winnaar te kiezen.”

Natasja, hoe vond jij het om dit programma samen met je man te maken, en hoe deed hij het?

“Heel erg leuk. Bij de wekelijkse eliminatie heb ik de presentatie alleen voor mijn rekening genomen. Dat is alleen maar praten en begeleiden. René is meer de vliegende keep. Hij regelde materialen of ging mee naar de supermarkt. Daar duwt hij het karretje, sjouwt hij de boodschappen en voert ondertussen een gesprek met de deelnemers. Hij vergat de camera’s volledig en was dus helemaal zichzelf.”

René, hoe heb jij het ervaren?

“Ik ben meer van de luchtigheid. Ik vraag ze hoe het gaat, ga af en toe met de mannen de kroeg in en regel spullen voor ze. Om het samen met Natasja te doen, was fantastisch. Daardoor hebben we ook in de werkmodus veel tijd met elkaar doorgebracht.”

Het hele interview leest u in de Televizier van week 35. Deze editie ligt nu in de winkel. Bent u geen abonnee, maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Tekst: Wouter Luijken

Tijdloos vermaak

Dat het iconische Te land, ter zee en in de lucht terugkeert op tv is volgens de nieuwe presentator Ruben Nicolai te verklaren. ‘Dit vermaak is tijdloos.’

Hoe was het om ‘Te land, ter zee en in de lucht’ te presenteren?

“Geweldig. Ik dompelde mij echt helemaal onder in die wereld. Ik heb dat eerder meegemaakt bij Lego masters, dat mensen helemaal gek zijn van een onderwerp. Daar was het lego, hier zijn ze helemaal dol op het programma zelf. En natuurlijk genieten de meesten ook van het bedenken van en sleutelen aan een voertuig. Sommigen deden ook al heel vaak mee aan de oude versie bij de NPO. Er zitten deelnemers tussen die ooit met hun vader meededen en nu met hun kinderen aan de start staan.”

Was jij zelf een kijker van het programma?

“Zeker. Dit was nou typisch een programma waar ik tijdens het zappen in bleef hangen. Ik wilde altijd zien hoe de deelnemers het deden. Ik was vooral benieuwd naar de mensen die een hele grote mond hadden en zeer overtuigd waren van hun voertuig, wat vervolgens volledig onterecht bleek. Andersom haalden mensen met weinig vertrouwen de beste tijden. En het zijn soms ook gewoon prachtige creaties waar maanden werk in zit. Ondanks al dat werk kan het gebeuren dat het voertuig in 0,4 seconden in duizenden stukjes in het water drijft. Dat is de kern van het succes: je wil zien wat er gebeurt, het gaat snel en je ziet er veel.”


Hoe is het om zo’n iconisch programma af te stoffen?

“Het is altijd spannend, of het nou om een oude of nieuwe titel gaat. Dit programma staat als een huis, het is tijdloos vermaak. Ook is het een duidelijk concept waarbij het echt om de deelnemers gaat. We gaan uit van de kwaliteit van het format en daar hebben we niks aan veranderd.”

Het hele interview leest u in de Televizier van week 35. Deze editie ligt nu in de winkel. Bent u geen abonnee, maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Angela de Jong: ‘Tv-makers spelen graag op zeker’

Wat hebben de NPO, RTL en Talpa in petto voor de kijker dit najaar? AD-mediacolumnist en tv-kenner Angela de Jong laat haar licht schijnen op het tv-aanbod.

Al het oude is weer nieuw. Dit najaar keren heel wat oude successen terug op televisie. Van Gooische vrouwen en Ranking the stars tot Medisch Centrum West en Te land, ter zee en in de lucht. Angela de Jong begrijpt waarom: “Tv-makers spelen graag op zeker en bekende titels appelleren bij kijkers aan nostalgische gevoelens.” Toch is een oude hit afstoffen is geen garantie voor succes. “Kijk maar naar die tenenkrommende comeback van Doet-ie ’t of doet-ie ’t niet, vorig seizoen. Sommige titels kun je beter in het verleden laten.”

Datingtelevisie

Van alle terugkerende kijkcijferkanonnen vermoedt Angela dat Te land, ter zee en in de lucht de meeste kans heeft opnieuw aan te slaan. “De kracht van het programma is dat je wil zien of deelnemers de overkant halen. Zeker als Ruben Nicolai en Gerard Joling de kandidaten de ruimte geven hun verhaal te vertellen. Je wil weten wat die vader en zoon drijft om weken in hun schuurtje aan het voertuig te bouwen. Als dat menselijke element erin zit, zouden er zomaar eens anderhalf miljoen mensen kunnen kijken. Het blijft koffiedik kijken, maar de terugblikreeks werd vorig jaar enorm goed bekeken, dus het genre leeft wel degelijk.”

Ook datingtelevisie is dit seizoen weer springlevend. Bewezen hits als Winter vol liefde, Boer zoekt vrouw en Lang leve de liefde keren terug en er is volop ruimte voor nieuwe formats. Alleen al bij KRO-NCRV maken twee formats hun debuut: Onderweg naar de liefde, waarin het draait om daten tijdens de vakantie en Welkom bij de familie. De Jong is fan van het genre: “Er is niks leuker dan kijken naar het ongemak van twee mensen die elkaar voor het eerst ontmoeten. Zeker wanneer je als kijker al direct aanvoelt dat ’t niks gaat worden. Maar juist daardoor ben je geneigd te blijven kijken. Je vraagt je toch steeds af: wat zou ik in die situatie doen?”

Het hele interview leest u in de Televizier van week 34. Deze editie ligt nu in de winkel. Bent u geen abonnee, maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Tekst: Jef Willemsen

Marly van der Velden: ‘Alle zorg voor Nola’

Nina en Bing kregen tijdens de GTST-zomercliff hanger te horen dat hun dochter Nola aan leukemie lijdt. Actrice Marly van der Velden (Nina) blikt vooruit op een emotioneel zwaarbeladen seizoen mét lichtpuntjes.

Wat voor impact gaat Nola’s leukemie diagnose hebben?

“Nina laat de komende tijd al het werk vallen om er voor haar dochter te zijn. Het gaat voor spanningen zorgen tussen Nina en Bing die het lang niet altijd eens zijn over wat het beste voor Nola is… En daar heeft Nola zelf ook ideeën over. Sowieso krijgt het hele gezin te maken met de gevolgen van Nola’s ziekte. Daardoor krijgt Diyah Salem, Manu in de serie, een grotere rol. Hij zit alweer vier jaar in de serie en het is echt te gek dat we hem zien opgroeien, net als de drie jongetjes die Max spelen.”

Hoe hebben jullie je voorbereid?

“Noa heeft met artsen en ervaringsdeskundigen gesproken, maar er is niet echt een manier om je voor te bereiden. We praten veel met elkaar en de regisseurs om alles zo realistisch mogelijk in beeld te brengen. We doen vooral ons best de juiste balans te vinden. Naast alle superheftige momenten is het belangrijk om, waar mogelijk, wat lucht te creëren.”

Je hebt zelf drie kinderen, hoe lastig is het om te spelen dat je dochter ernstig ziek is?

“Mijn eerste gedachte bij deze verhaallijn was: oei, die emotie wil ik liever helemaal niet opzoeken. Het komt heel erg dichtbij en je hoopt dat het je bespaard blijft, want als ouder is dit je allergrootste angst. Aan de andere kant is het juist goed dat we het er over hebben, er zijn helaas maar weinig mensen die niet met kanker te maken krijgen.”

Het hele interview leest u in de Televizier van week 34. Deze editie ligt nu in de winkel. Bent u geen abonnee, maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Tekst: Jef Willemsen

Frits Barend raakt niet uitgepraat over talkshows: ‘Laten we vooral blijven praten’

Het komende televisieseizoen staat in het teken van de talkshow met fonkelnieuwe praatprogramma’s. Volgens talkshowkenner Frits Barend een uiterst positieve ontwikkeling: ‘Er kan niet genoeg gepraat worden!’

Wie een schuin oog laat vallen op de najaarsprogrammering, kan concluderen dat de talkshow populairder dan ooit is. Alleen al op NPO 1 staan zeker drie nieuwe titels in de startblokken. En dat terwijl met gasten op televisie over de actualiteit praten tot midden jaren 90 praktisch ondenkbaar was. Frits Barend en Henk van Dorp kregen jarenlang nul op het rekest toen ze een dagelijkse latenighttalkshow voorstelden. “We werden voor gek verklaard in Hilversum”, weet Frits Barend nog. “Iedereen gaat om 22.00 uur naar bed, hoorden we dan. Terwijl het mij eigenlijk altijd volkomen logisch in de oren klonk. Er verschijnen iedere dag zes of zeven kranten, waarom zou er dan niet één programma kunnen zijn waarin over het nieuws gepraat wordt?”

Dubbeldekkerbus

In 1996 lukte het Barend en Van Dorp toch om een dagelijkse talkshow te maken rond het EK voetbal in Engeland: “Dat was een beetje op de bonnefooi. We hadden geen wedstrijdbeelden en ook geen persaccreditaties om de trainingen bij te wonen. Maar toenmalige bondscoach Guus Hiddink vond ons programma wel een leuk, rebels gegeven. Hij regelde dat we met onze dubbeldekkerbus in de tuin van het spelershotel mochten staan. Vanuit daar maakten we de uitzendingen en Guus zorgde wel dat er voetballers aanschoven.”

Dit tv-experiment was reden voor RTL om de mannen in 1998 groen licht te geven voor een dagelijkse sporttalkshow tijdens het WK voetbal in Frankrijk. Voor Villa BvD streek het duo met vaste sidekick Jan Mulder neer in het plaatsje Roquebrune waar ze wekenlang de dag afsloten met gasten, livemuziek en een uitgelaten publiek. Het succes ervan bracht andere tv-makers op een idee: “Tegenwoordig valt een sportevenement zonder napraatshow niet meer voor te stellen.”

Het hele interview leest u in de Televizier van week 34. Deze editie ligt nu in de winkel. Bent u geen abonnee, maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Tekst: Jef Willemsen

Tooske: ‘Zimbabwe is een prachtige plek’

Deze zomer reist Televizier de wereld over met de sterren. Ditmaal doen we Zimbabwe aan, waar Tooske Ragas met haar gezin een bijzondere tijd beleefde, inclusief een onvergetelijke nacht met een olifant.

Zimbabwe

Als vakantiebestemming ligt Zimbabwe misschien niet direct voor de hand, toch heeft het Afrikaanse land veel te bieden. Vooral natuurliefhebbers komen er aan hun trekken: Zimbabwe is de uitgelezen plek voor mensen die ervan dromen de ‘Big five’ te zien: leeuwen, luipaarden, olifanten, buffels en luipaarden. In grote wildreservaten als Matobo National Park en Hwange National Park leiden deze diersoorten een beschermd bestaan. Daarnaast is een bezoek aan de imposante Victoriawatervallen een aanrader. Wie vervolgens toe is aan een actieve bezigheid kan naar hartenlust wildwatervaren op de Zambezi.

Tooske en Zimbabwe

In Ragas reist rond zochten Tooske, haar man Bastiaan Ragas en hun kinderen Nederlanders op die in het buitenland een nieuw leven zijn begonnen. Tooske koestert warme herinneringen aan Zimbabwe, waar ze logeerden bij de Groningse Annet, haar man Brent en hun huisdier: een olifant. Tooske bracht de nacht door in een tentje naast de goedaardige kolos en vond dat een unieke ervaring. Ook koestert ze warme herinneringen aan de mensen die ze in Zimbabwe heeft ontmoet: “Iedereen is zo onwaarschijnlijk vriendelijk. En ze kunnen tegen een geintje en maken ook geintjes. We hebben heel veel gelachen.”

Ragas reist rond

Tooske en Bastiaan maakten hun reisprogramma vooral om de blik van hun kinderen te verruimen, zo vertelde ze eerder: “Met alle sociale media heb je soms het idee dat iedereen ruziemaakt en dat de wereld niet deugt. Wij hebben juist ervaren dat het een prachtige plek is, vol met lieve, leuke mensen die gewoon een prettig leven willen leiden en anderen ook het beste gunnen. Ik vond het fijn dat we onze kinderen dat konden laten zien.”

Het hele interview leest u in de Televizier van week 32. Deze editie ligt nu in de winkel. Bent u geen abonnee, maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Tekst: Jef Willemsen

Roxane Knetemann: ‘Wielrennen loopt altijd anders dan verwacht’

De ‘Tour de France Femmes’ start deze week in Rotterdam. Roxane Knetemann is namens de NOS-commentator bij deze Tour voor vrouwen. Haar verwachtingen zijn hoog. ‘Het Nederlandse vrouwenwielrennen is en blijft wereldtop.’

Hoe bereid je je voor op je werk als commentator van de Tour de France Femmes?

“Zo veel mogelijk wedstrijden kijken, dat is voor mij de beste voorbereiding. Ik volg daarom het vrouwenwielrennen het hele jaar op de voet, van de klassiekers tot de Vuelta, ook de wedstrijden die niet op de Nederlandse tv komen. Ik probeer tijdens het kijken wel zoveel mogelijk kennis op te slaan. Alles wat ik heb gezien, kan ik misschien later voor mijn commentaar gebruiken. Verder is het ook belangrijk dat ik het parcours goed ken. Maar: je kunt je nog zo goed voorbereiden, wielrennen loopt altijd anders dan je verwacht.”

De renners starten in Rotterdam en slechts drie ritten van deze Tour hebben een Franse startplaats. Wat vind je daarvan?

“Ik vind het wat gemakzuchtig om de vrouwen-Tour na twee edities al zo veel buiten Frankrijk te laten plaatsvinden. Wielerorganisatie ASO zegt dat dat is om de populariteit van het vrouwenwielrennen een boost te geven, maar hier in Nederland leeft deze sport al lang. Aan de andere kant moeten we wel trots zijn op deze primeur. Het is wél de eerste keer dat de vrouwentour niet in Frankrijk start. Ik heb de ritten ook al even bekeken en het zijn mooie etappes. De Nederlandse organisatoren verdienen een pluim.”

De afgelopen jaren wonnen de Nederlandse wielrensters bijna alle belangrijke wedstrijden. Dat is nu anders. Jammer?

“Zeker niet, het is eigenlijk ongezond als één land alle prijzen pakt. We moeten trouwens absoluut niet denken dat het Nederlandse vrouwenwielrennen wegzakt. Het is eerder zo dat vrouwen uit andere landen zich aan onze rensters hebben opgetrokken. De sport is daardoor veel breder geworden en dat is iets wat we met zijn allen moeten omarmen. Toch gaan we vlammen, want het Nederlandse wielrennen is en blijft wereldtop.”

Het hele interview leest u in de Televizier van week 32. Deze editie ligt nu in de winkel. Bent u geen abonnee, maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Tekst: Richard Roosenboom

Back to top