Anniko van Santen: ‘Improviseren kan gewoon niet’

De kijker ziet er weinig van, maar elke aflevering van ‘Opsporing Verzocht’ is tot in de kleinste details doorgesproken. Het resultaat mag er zijn, weten de makers.

De telefonisten van het belteam zitten klaar, de camera’s zijn naar de juiste plaats gerold en Anniko van Santen staat met een geconcentreerde blik in haar ogen achter haar desk. Opsporing verzocht staat op het punt van beginnen. Achter de presentatrice een beeldscherm met de onderwerpen uit deze aflevering. Een woningoverval, een mishandeling, een geval doorrijden-na-ongeluk. Het is een trieste opsomming, maar als het meezit, is die lijst onopgeloste misdaden aan het eind van de avond een stukje korter. Of anders over een paar dagen.

“We zijn live in…” zegt de regisseur. Daarna is ze stil en telt ze op haar vingers af naar de start van het programma. Op tv ziet Opsporing Verzocht er wellicht rechttoe-rechtaan uit: Van Santen laat beelden van bewakingscamera’s zien, interviewt twee politievoorlichters en roept de kijkers op om vooral te bellen als ze informatie hebben die de politie kan verder helpen bij de oplossing van de zaak uit de uitzending.

Feitendichtheid

Die simpelheid is schijn, legt Daan Annegarn na afloop van de uitzending uit. Hij is als teamleider van het Landelijk Team Opsporingscommunicatie bij de politie nauw betrokken bij Opsporing Verzocht. “We vergaderen de hele week tot achter de komma wat wel of niet gezegd mag worden. Eén verkeerd detail op tv kan het onderzoek de verkeerde kant opsturen; een foutief genoemde naam of een ten onrechte getoond beeld kan een enorme impact op het leven van een onschuldige burger hebben. Als we ergens over twijfelen, doen we het gewoon niet.” Van Santen legt uit dat ze juist om die reden een echte pietje-precies is: “Ik lees mijn teksten voor, van de autocue. Dat kan ook echt niet anders. Ik heb het over namen van daders en slachtoffers, straatnamen, autotypes, kledingmerken – de feitendichtheid is in dit programma is enorm. Improviseren kan gewoon niet.”

Het hele interview leest u in de Televizier van week 40. Deze editie ligt nu in de winkel. Bent u geen abonnee, maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Tekst: Richard Roosenboom

Het gezicht achter de schermen

Haar liedjes ‘Head held high’ en ‘Stay’ zijn al tientallen miljoenen keren gestreamd, en toch is Sera bij het grote publiek nog vrij onbekend. Daar komt nu verandering in.

In de beginjaren van het muziekprogramma bestond het deelnemersveld louter uit gevestigde namen. Inmiddels is Beste zangers uitgegroeid tot een platform dat ruimte biedt aan aanstormend talent. Glennis Grace, Floor Jansen en Davina Michelle wisten zich door hun deelname aan de populaire show in de kijker te spelen.

In dit zeventiende seizoen is het de beurt aan Sera de Bruin, beter bekend als SERA. Ze vermoedt dat haar stem velen bekend in de oren zal klinken, zo vertelde ze in het AD: “Als ik op festivals optreed, zie ik mensen soms kijken van: wie is dat? Pas als ze mijn muziek horen, valt het kwartje. Mijn liedjes kennen ze van de radio, het is tijd dat ze mijn gezicht erbij gaan herkennen.”

Justin Bieber

Toch heeft SERA al een indrukwekkende staat van dienst, zeker omdat ze pas in 2019 begon met het zingen van covers op YouTube, Instagram en TikTok. Ze werd een online sensatie: Cristiano Ronaldo vroeg haar op te treden op zijn bruiloft en ze ging zelfs al eens in duet met wereldster Justin Bieber.


Traantje wegpinken

Drie jaar geleden vroegen de makers van Beste zangers al of ze mee wilde doen, maar dat vond SERA toen nog te vroeg omdat ze nog helemaal geen eigen muziek had. Dat is inmiddels wel anders. Bij de start van dit seizoen lanceerde ze haar debuutalbum ‘The journey’ en in oktober begint haar clubtour. Deze week staat Sera in het middelpunt. Ze waarschuwt alvast dat zij een zakdoekje nodig had: “Ik moet eigenlijk nooit huilen. Maar als een collega-artiest jou aankijkt, een nummer aan je opdraagt en de week ervoor is je hond overleden… Dan houd ik het in ieder geval niet droog.”

Het hele artikel leest u in de Televizier van week 40. Deze editie ligt nu in de winkel. Bent u geen abonnee, maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Tekst: Jef Willemsen

Kalvijn: ‘Ik hou van korte spanningsbogen’

Kijkers van het nieuwe zaterdagavondprogramma ‘Ja of nee?’ blijven dankzij de vele opdrachten per aflevering de hele tijd geboeid, denkt presentator Kalvijn.

Wat voor programma is JA of NEE??

“Een familieshow waarin honderd mensen in een studio strijden om 25.000 euro. Ze moeten ja of nee te antwoorden op vragen zoals: kan de wereldrecordhouder dobbelstenen op elkaar stapelen met zijn mond zijn record verbreken? Die komt dan in de studio een poging doen. Het kan ook zijn dat de deelnemers de uitkomst van een filmpje moeten raden. Als je de vraag goed hebt, mag je op de vloer blijven, als je het fout hebt moet je terug naar de tribune. Degene die aan het einde van de aflevering nog op de vloer staat wint. Als iedereen voor het einde van de aflevering af is komen alle spelers terug op de vloer, maar gaat de pot door de helft.”

Hoe ga je de presentatie invullen?

“Ik vind het superleuk om een beetje te ouwehoeren en te improviseren met de mensen op de vloer. Dat zijn honderd gewone mensen uit alle hoeken van Nederland en uit alle lagen van de maatschappij. Natuurlijk moet ik sommige vragen stellen, maar ik hoop tussendoor wel mijn eigen stempel erop te kunnen drukken. Hier en daar een grapje maken, daar is gelukkig ruimte voor.”

Wat maakt dit programma zo leuk?

“Het kakt niet in. Per aflevering zijn er ongeveer dertien challenges waarbij je thuis elke keer zelf ook die inschatting kan maken. Ik ben wel fan van die korte spanningsbogen. Ik kom natuurlijk uit de online generatie waar dat gebruikelijk is. Je kan ook op veel momenten erin instappen omdat er zich telkens weer iets nieuws aanbiedt. Ja, ik denk dat de kijker vaak een dopamine boost gaat krijgen tijdens het kijken.”

Het hele artikel leest u in de Televizier van week 40. Deze editie ligt nu in de winkel. Bent u geen abonnee, maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Tekst: Wouter Luijken

Boeren leven in onzekerheid

Yvon Jaspers praat in de reportageserie ‘Onze boerderij: Als alles verandert’ met boeren over de onzekerheid rond het boerenbestaan. Er zijn nieuwe wetten en milieunormen. Hoe ga je daar als boer mee om?

“Wie ben je zonder boerderij?” vraagt Yvon Jaspers aan Jos in Onze boerderij – Als alles verandert. De boer, bekend uit Boer zoekt vrouw, zag er geen heil meer in zijn bedrijf draaiende te houden. Zijn erf is aangeharkt, de buitenboel netjes geschilderd, er ligt een stukje land klaar voor een moestuin en hij heeft tijd om op zijn kleinkinderen te passen. Is dit de toekomst die hij voor ogen had? Boer Theo, een varkensboer van de vijfde generatie, ondervraagt ze pittig: “Je zegt dat je van je dieren houdt, maar je keuzes gaan over geld.”

Theo besloot in 2010 met zijn hart om te gaan voor het Beter Leven keurmerk. Hij wil echt dat zijn varkens het fijner hebben. Maar het kost hem nu te veel en de consument is niet bereid meer geld voor zijn speklapje neer te leggen. “Uiteindelijk gaat het iedereen om de portemonnee”, concludeert hij. Daarom heeft hij besloten te stoppen met het keurmerk.

Extra inkomsten


Melkveehouder Frans en zijn Leonie, die elkaar vonden in Boer zoekt vrouw, worstelen met de regelgeving rond mest. Voor de toekomst hopen ze vooral op duidelijkheid, want de regels veranderen nu te vaak. Op de plek waar Frans’ familie sinds 1787 boert, zoeken ze intussen naar extra inkomsten en proberen ze van alles uit: vakantiehuisjes, kaas verkopen in een automaat en zelfs een natuurbegraafplaats.

Het hele artikel leest u in de Televizier van week 39. Deze editie ligt nu in de winkel. Bent u geen abonnee, maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Hugo Kennis: ‘De herfst is het fijnste seizoen’

Wat heeft het najaar voor ons in petto? Kenners van bekende lifestyleprogramma’s laten hun licht schijnen op de huis-, tuin- en keukentrends voor het komende seizoen.

Hugo Kennis is bezig aan zijn vijfde jaargang als kok bij Eigen huis & tuin: Lekker leven. Ook is hij op 24 Kitchen te zien in de culinaire reeks Hugo maakt kennis: Frankrijk.

Herfst in de keuken

“De lente en het najaar zijn de interessantste tijden in de keuken. Het zijn overgangsseizoenen waarin je gebruik kunt maken van extra veel verse producten. Gewassen die wat langer moeten groeien, zoals bietensoorten en rapen, kun je afwisselen met paddenstoelen en pompoengerechten. Dat is echt de smaak van herfst.”

Culinaire overgang

“Tegenwoordig zijn vrijwel alle groenten, kruiden en fruitsoorten het hele jaar door verkrijgbaar. Alleen al qua smaak loont het om te kiezen voor seizoensproducten. Op die manier kun je in het najaar al langzaam de overstap maken naar de wat zwaardere winterkost. Dat doe ik bijvoorbeeld met wildgerechten of herfststoofpotjes met bockbier.”

Wie wat bewaart…

“De herfst is hét moment om restjes op te maken en overgebleven groente en fruit te conserveren voor de winterperiode. Wie over een paar maanden zuurkoolstamppot wil eten, moet nu al aan de slag met witte kool en weckpot. Het inmaken van groente en andere traditionele technieken ga ik dit seizoen ook laten zien in Eigen huis & tuin: Lekker leven.”

Het hele artikel leest u in de Televizier van week 39. Deze editie ligt nu in de winkel. Bent u geen abonnee, maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Tekst: Jef Willemsen

Victor Abeln: ‘First dates heeft me milder gemaakt’

Victor Abeln zwaait na zeven jaar trouwe dienst voorlopig af bij ‘First dates’. De bekendste barman van Nederland en zijn vriendin beginnen deze maand aan een wereldreis.

Waarom een wereldreis?

“We wilden dat vorig jaar al, op pad om samen herinneringen te maken, maar de timing was niet ideaal: we hadden net een huis gekocht en waren bezig het oude te verkopen. Nu is de mogelijkheid er wel en willen we in elk geval zes maanden reizen. We beginnen met twee maanden in Indonesië en willen daarna via Singapore, Laos en Cambodja door Azië trekken.”

Hoe was het om afscheid te nemen?

“De laatste draaidag van First dates was heel surrealistisch en emotioneel. Toen ik aangaf op reis te willen, was er vanuit de productie alle begrip. Bij het opnemen van de laatste date daalde het besef in: dit was het dan, na zeven jaar komt er – in ieder geval voorlopig – een eind aan dit avontuur. Ik heb ‘We’ll meet again’ van Vera Lynn opgezet. Dat voelde toepasselijk: de deur blijft open, de lijntjes zijn kort en hartstikke warm.”

Wat heeft ‘First dates’ je geleerd over de liefde?

“Ik heb ruim 4400 dates meegemaakt, die hebben me vooral mildheid geleerd: je moet niet te snel te oordelen. Verder denk ik dat ware liefde veel meer is dan wat je gemeenschappelijk hebt. Te vaak worden matches puur gemaakt op overeenkomsten, maar juist dankzij verschillen wordt je wereld groter en kun je samen groeien. Ik geloof ook weer niet dat tegenpolen elkaar aantrekken, maar het helpt absoluut als je elkaar wat nieuws te bieden hebt.”

Het hele interview leest u in de Televizier van week 39. Deze editie ligt nu in de winkel. Bent u geen abonnee, maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Tekst: Jef Willemsen

De boer in actie

Twintig jaar geleden maakte Nederland kennis met ‘Boer zoekt vrouw’. En al die tijd is regisseur Armando de Boer al betrokken bij het programma. Hij probeert elke boer zo goed mogelijk tot zijn recht te laten komen.

Zes uur ’s ochtends. De opnamedag van Boer zoekt vrouw begint in de melkput. De veehouder stond om vijf voor zes naast zijn bed, Yvon Jaspers en de filmploeg zijn veel eerder opgestaan. Zij moesten eerst nog naar de boerderij rijden. “Het is niet alle opnamedagen zo vroeg, hoor”, zegt regisseur Armando de Boer. Hij is, net als Yvon, al sinds het eerste seizoen betrokken bij het programma. “Om een compleet beeld te schetsen, filmen we de boer in actie, zoals nu bij het melken. De persoonlijke gesprekken met Yvon nemen we later op de dag op, als de boer wat meer op zijn gemak is en gewend is geraakt aan de camera’s. Daar nemen we ruim de tijd voor, en we proberen een losse sfeer te creëren.” In die gesprekjes moet de boer vooral zichzelf zijn. “We maken mooie mix van de boeren, hun persoonlijke verhaal, hun werk en het bedrijf. Zo weten potentiële brievenschrijvers op wat voor persoon ze reageren.”


Ook na twintig jaar Boer zoekt vrouw zijn dat steeds weer nieuwe verhalen. Geen mens is hetzelfde, iedereen reageert anders op bepaalde situaties. De boeren hebben wel een gemene deler: ze laten met trots hun bedrijf zien, het terrein, de stallen, de dieren, hun werkzaamheden. “En vaak zitten ze er niet om te springen om op televisie te komen. De vragen over hun privé­leven en waarom het nog niet gelukt is om een partner te vinden, vinden ze lastig te beantwoorden. De meesten beschouwen dit gedeelte als een noodzakelijk kwaad.” Omdat het slagingspercentage van het programma hoog is, doen boeren toch graag mee.

Honderd paarden

Wat er dit jaar anders is, is het aantal boeren dat zich voorstelt. Dat zijn er zes in plaats van tien; vijf mannen en een vrouw. “Een hele stoere”, verklapt De Boer. “Ze runt in haar eentje een paardenbedrijf met ruim honderd paarden. Verder zijn er drie melkveehouders, een boer die groenten en tulpen kweekt en een pluimveehouder.” Boer zoekt vrouw volgt de liefdeswandel van alle zes van a tot z, ongeacht hoeveel brieven ze krijgen. Dit in tegenstelling tot voorgaande jaren, toen vijf boeren met de minste respons afvielen. Dat competitieve element vonden de makers niet meer passen bij deze tijd en bij de integriteit van het programma. “Het fijne is dat we in de voorstelronde nu meer tijd hebben voor elke boer. We kunnen wat meer van het bedrijf en de omgeving laten zien. En het geeft ons de ruimte om net die ene vraag extra te stellen. Dat geeft meer diepgang.”

Het hele interview leest u in de Televizier van week 38. Deze editie ligt nu in de winkel. Bent u geen abonnee, maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Tekst: Pauline Teunnissen.

Keuringsdienst bewijst z’n waarde

De verslaggevers van de Keuringsdienst van waarde begeven zich weer in de wondere wereld van het voedsel. Het onderzoeksprogramma bestaat ruim twintig jaar en in die tijd zijn er heel wat onvergetelijke afleveringen gemaakt.

De bekendste: Slaafvrije chocolade (2003)

Het eerste grote wapenfeit van het programma stamt uit het eerste seizoen. Presentator Teun van de Keuken komt er in Ivoorkust achter dat cacaoboeren kinderen uitbuiten en dat de grote chocolademerken daar nauwelijks om lijken te malen. Omdat slavernij in Nederland strafbaar is, geeft hij zichzelf aan bij justitie: als chocolade-eter acht hij zichzelf medeplichtig aan kinderslavernij. Uiteindelijk richten de makers van Keuringsdienst van waarde zelf een zo slaafvrij mogelijk chocolademerk op.

De grappigste: Olijfolie (2004)

In de sfeervolle reclame van een olijfoliemerk bereiden Italiaanse vrouwen op leeftijd met zorg een authentieke, ambachtelijke Italiaanse pastasaus. Een kijker herkent een van de hoofdrolspeelsters en tipt de Keuringsdienst. De zorgvuldig gecreëerde reclame-illusie van de sauzengigant gaat aan diggelen: de hoofdrolspeelster is de Spaanse Maria Vega en ze werkt niet in een sauzenfabriek. Wel stuurt ze Teun van de Keuken naar de (Spaanse) rietsuikerstroopfabriek waar de spot is opgenomen.

De geruchtmakendste: IJzer in cornflakes (2010)

Zelden is een bedrijf bozer geweest op het programma dan het ontbijtgranenmerk dat in deze aflevering aan bod komt: er zitten helemaal geen vermalen fietswrakken of oude spijkers in hun producten, laten ze na de uitzending in een grote dagbladadvertentie weten. De Keuringsdienst bedoelt het overdrachtelijk, maar een vervolguitzending toont wel aan dat het ‘om gezondheidsredenen’ toegevoegde ijzer nauwelijks in het lichaam wordt opgenomen. Het effect op de gezondheid is dus verwaarloosbaar.

Het hele artikel leest u in de Televizier van week 38. Deze editie ligt nu in de winkel. Bent u geen abonnee, maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Tekst: Wouter Luijken

Kees Tol: ‘Durf te knallen!’

Kees Tol presenteert een nieuw seizoen ‘vtwonen weer verliefd op je huis’. Rommelen in zijn eigen huis vindt hij heerlijk. Zes dingen die Kees leerde over inrichten: ‘Durf uit je comfortzone te stappen.’

Palet

“Misschien een open deur, maar maak voor je verbouwing een goed plan, een palet van kleuren en materialen. Verzamel stalen van de stoffen en kleuren die je mooi vindt, leg alles op tafel en ga ermee spelen. Superleuk om te doen: past alles bij elkaar? Kun je ook een iets gewaagdere combinatie bedenken? Je krijgt zo een mooi geheel, en maakt misschien keuzes die minder voor de hand liggen.”

Durf!

“Wat ik echt door dit programma heb geleerd: durf uit je comfortzone te stappen. Toen ik vijf jaar geleden mijn eigen huis verbouwde deed ik dat niet, ik bleef qua kleuren en materiaal aan de veilige kant. Onze stylisten knallen er soms een gekke kleur in of schilderen een vorm op de muur met een waanzinnig effect. Vorig jaar heb ik ook twee kunstwerken gekocht met veel kleur erin. En om een ander kunstwerk heen schilderde ik een zwart vierkant op de muur. Zoiets had ik vroeger echt niet gedurfd. Bijzonder en toch eigen.”

Licht is de basis

“Bij het inrichten denken veel mensen pas op het allerlaatste moment ‘o ja, we moeten ook nog lampen’. Licht is vaak het ondergeschoven kindje, maar het is juist de basis van een interieur: een lichtplan moét kloppen. Mensen hangen het plafond vaak vol spotjes, niet echt sfeervol. Lampen op ooghoogte zijn dat wel. Als ik de trap oploop, gaat boven automatisch het licht aan. Ik heb een systeem waarmee ik allerlei sferen kan maken: werklicht, sfeerlicht, herfstig licht. Ik kan me daar helemaal in verliezen, heerlijk.”

Het hele interview leest u in de Televizier van week 38. Deze editie ligt nu in de winkel. Bent u geen abonnee, maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Tekst: Tijgerbloed

Leonie ter Braak zoekt dat ene pareltje

Voor minder dan 100.000 euro een prachtige woning in het buitenland vinden: Leonie ter Braak helpt in het nieuwe ‘Wonen onder de zon voor minder dan een ton’ Nederlanders met die droom.

Wat is er te zien in ‘Wonen onder de zon voor minder dan een ton’?

“Ik ga op pad met Nederlanders die een nieuw leven willen starten ergens in Europa. Vaak hebben deze mensen wel gespaard, maar het geld klotst niet tegen de plinten. Ze zoeken een woning voor minder dan 100.000 euro. Dat is in Nederland helemaal niet meer aan de orde. Samen met mij en een lokale makelaar gaan ze op zoek naar dat ene droomhuis. We volgen ook twee stellen die dat al hebben gekocht en nu aan het klussen zijn. En er komen ook stellen voorbij die het al helemaal gerealiseerd hebben. We pakken alle aspecten van zo’n stap mee.”

Waarom wilde je dit programma maken?

“Ik heb eerder al twee huisprogramma’s gedaan, dit ligt in het verlengde van wat ik leuk vind. Ik kom uit de wereld van huizen, mijn man Floris is een binnenhuisarchitect. We zijn zelf ook gek op verbouwen. Ik raak niet meer in de stress als een bouwval zie. Ergens doorheen kijken lukt mij vaak wel, dus daar kon ik sommige deelnemers wel mee helpen. Het is toch fijn om even te kunnen sparren. Al doen ze uiteindelijk toch wat ze zelf willen, dat weten ze vaak heel goed.”

Zou zo’n avontuur ooit iets voor jou zijn?

“Ik zeg nooit nooit. Mijn man is opgegroeid in het buitenland, dus hij is vrij georiënteerd buiten Nederland. En ik heb in mijn tienerjaren ook veel in het buitenland gewoond. Dus wellicht in de toekomst, maar voorlopig blijf ik lekker hier. Juist door al het reizen, besef ik ook weer hoe fijn ik Nederland vind.”

Het hele interview leest u in de Televizier van week 37. Deze editie ligt nu in de winkel. Bent u geen abonnee, maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Tekst: Wouter Luijken

Back to top