Het komende televisieseizoen staat in het teken van de talkshow met fonkelnieuwe praatprogramma’s. Volgens talkshowkenner Frits Barend een uiterst positieve ontwikkeling: ‘Er kan niet genoeg gepraat worden!’
Wie een schuin oog laat vallen op de najaarsprogrammering, kan concluderen dat de talkshow populairder dan ooit is. Alleen al op NPO 1 staan zeker drie nieuwe titels in de startblokken. En dat terwijl met gasten op televisie over de actualiteit praten tot midden jaren 90 praktisch ondenkbaar was. Frits Barend en Henk van Dorp kregen jarenlang nul op het rekest toen ze een dagelijkse latenighttalkshow voorstelden. “We werden voor gek verklaard in Hilversum”, weet Frits Barend nog. “Iedereen gaat om 22.00 uur naar bed, hoorden we dan. Terwijl het mij eigenlijk altijd volkomen logisch in de oren klonk. Er verschijnen iedere dag zes of zeven kranten, waarom zou er dan niet één programma kunnen zijn waarin over het nieuws gepraat wordt?”
In 1996 lukte het Barend en Van Dorp toch om een dagelijkse talkshow te maken rond het EK voetbal in Engeland: “Dat was een beetje op de bonnefooi. We hadden geen wedstrijdbeelden en ook geen persaccreditaties om de trainingen bij te wonen. Maar toenmalige bondscoach Guus Hiddink vond ons programma wel een leuk, rebels gegeven. Hij regelde dat we met onze dubbeldekkerbus in de tuin van het spelershotel mochten staan. Vanuit daar maakten we de uitzendingen en Guus zorgde wel dat er voetballers aanschoven.”
Dit tv-experiment was reden voor RTL om de mannen in 1998 groen licht te geven voor een dagelijkse sporttalkshow tijdens het WK voetbal in Frankrijk. Voor Villa BvD streek het duo met vaste sidekick Jan Mulder neer in het plaatsje Roquebrune waar ze wekenlang de dag afsloten met gasten, livemuziek en een uitgelaten publiek. Het succes ervan bracht andere tv-makers op een idee: “Tegenwoordig valt een sportevenement zonder napraatshow niet meer voor te stellen.”
Tekst: Jef Willemsen