Wie de Gouden Televizier-Ring wint, is verzekerd van een plekje in de televisiehistorie. Terwijl u kunt stemmen voor de zestigste (!) verkiezing, duikt kenner Bert van der Veer in de geschiedenis van het gala.
Drama op televisie was lange tijd een toneelstuk vastgelegd door camera’s. Eenmalig, de ‘single play’. Daar was zelfs een vaste avond voor, op de donderdag. Maar toen was daar De kleine waarheid (winnaar van de Gouden Televizier-Ring in 1971). De serie was een megahit, mede dankzij hoofdrolspeelster Willeke Alberti. Zij zou verkozen zijn boven Pleuni Touw, op aandringen van klassiek zangeres Caroline Kaart, de echtgenote van regisseur Willy van Hemert. Pleuni Touw zou later haar revanche halen met De stille kracht (met daarin een fameuze naaktscène).
De volgende successerie van Van Hemert was Dagboek van een herdershond (winnaar in 1978). Aan het begin van de jaren 80 floreerde het drama tijdens de Gouden Televizier-Ring gala’s: De fabriek (1981), Mensen zoals jij en ik (1982) en De weg (1983). Voor de omroepen waren het wel dure producties en dat was niet vol te houden. Het moest goedkoper en met meer afleveringen. De toon werd gezet door Medisch Centrum West (1992). Commercieel bleek drama interessant. Zo ging de felbegeerde publieksprijs in 1994 naar Vrouwenvleugel en in 2000 naar Westenwind. De belangrijkste bijdrage aan het vaderlands serieaanbod moest vijf jaar op een onderscheiding wachten. In 1995 was het raak voor Goede tijden slechte tijden. De soap, naar goed voorbeeld uit Australië, was de ambitie van producent Joop van den Ende, die daarmee de eerste in Europa maakte. In zijn beginjaren werkte Van den Ende veel samen met Willy van Hemert. Hij voelde zich dan ook verplicht de éminence grise een kans te geven voor de regie, tot hij besefte dat de last van een dagelijkse soap toch iets te zwaar was voor een man van 78 jaar oud.