Kijkers van het nieuwe zaterdagavondprogramma ‘Ja of nee?’ blijven dankzij de vele opdrachten per aflevering de hele tijd geboeid, denkt presentator Kalvijn.
“Een familieshow waarin honderd mensen in een studio strijden om 25.000 euro. Ze moeten ja of nee te antwoorden op vragen zoals: kan de wereldrecordhouder dobbelstenen op elkaar stapelen met zijn mond zijn record verbreken? Die komt dan in de studio een poging doen. Het kan ook zijn dat de deelnemers de uitkomst van een filmpje moeten raden. Als je de vraag goed hebt, mag je op de vloer blijven, als je het fout hebt moet je terug naar de tribune. Degene die aan het einde van de aflevering nog op de vloer staat wint. Als iedereen voor het einde van de aflevering af is komen alle spelers terug op de vloer, maar gaat de pot door de helft.”
“Ik vind het superleuk om een beetje te ouwehoeren en te improviseren met de mensen op de vloer. Dat zijn honderd gewone mensen uit alle hoeken van Nederland en uit alle lagen van de maatschappij. Natuurlijk moet ik sommige vragen stellen, maar ik hoop tussendoor wel mijn eigen stempel erop te kunnen drukken. Hier en daar een grapje maken, daar is gelukkig ruimte voor.”
“Het kakt niet in. Per aflevering zijn er ongeveer dertien challenges waarbij je thuis elke keer zelf ook die inschatting kan maken. Ik ben wel fan van die korte spanningsbogen. Ik kom natuurlijk uit de online generatie waar dat gebruikelijk is. Je kan ook op veel momenten erin instappen omdat er zich telkens weer iets nieuws aanbiedt. Ja, ik denk dat de kijker vaak een dopamine boost gaat krijgen tijdens het kijken.”
Tekst: Wouter Luijken