Informatief
19 september 2024
Fotocredit: MAX

Martine van Os: ‘Ik voel nog altijd die spanning’

Martine van Os volgt in ‘We zijn er bijna!’ 43 kampeerders tijdens een reis door Spanje en Portugal.

Reis jij ook in een camper? En waar slaap je tijdens de reis? Het zijn de twee vragen die Martine van Os het vaakst krijgt over We zijn er bijna! Om maar meteen antwoord te geven op de eerste vraag: nee, ze reist niet in een caravan of camper. “In het begin is dat wel overwogen, maar het is gewoon te onhandig. Er zijn veel reisdagen en dan filmen we ook. Dan moet er dus weer iemand anders mee om mijn camper te rijden. We rijden in een gehuurd busje en in een auto.” En hoe het zit met het doorbrengen van de nacht? “Wij slapen in het dorpsetablissement of hotel dat het dichtst bij de camping ligt. En soms ook gewoon in een huisje op de camping. We willen zo vroeg mogelijk weer op de camping aanwezig zijn. Vanaf dat moment is het een kwestie van alles volgen en de voelsprieten uit hebben staan.”

Geen tv-gedoe

Als Martine praat over ‘we’, dan heeft ze het over bedenker en regisseur Claudine, cameramannen Wouter en Gert-Jan en haarzelf. “Claudine gaat van tevoren ook langs bij iedereen thuis. Dat doet ze om te kijken welke mensen we kunnen verwachten in het gezelschap, maar vooral ook om de deelnemers te vertellen hoe wij te werk gaan, en wat zij kunnen verwachten. Claudine maakt daarna een verslag en een ‘smoelenboek’. Zo kan ik alvast de namen leren en het plaatje erbij krijgen.” De keuze om het programma met een klein team te maken is bewust. “We willen vermijden dat mensen het gevoel hebben dat ze met een tv-programma bezig zijn. We hebben veel gesprekken met ze en dat moet met zo min mogelijk tv-gedoe. Dat lukt goed, wij gaan er tijdens zo’n reis helemaal bij horen. Wij horen zelfs dat de mensen ons een ‘prettige aanvulling’ vinden.” In de eerste seizoenen ging er nog een geluidsman mee, waardoor het voor de kampeerder meer als ‘een tv-programma’ voelde. “Die had zo’n hengel met zo’n grote microfoon eraan. Zodra die hengel boven iemand hing, ging die persoon praten, ook als hij of zij niks te zeggen had. Tegenwoordig spelden we kleine microfoontjes op.”

Het hele interview leest u in de Televizier van week 36. Deze editie ligt nu in de winkel. Bent u geen abonnee, maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Tekst: Wouter Luijken

Back to top