In ‘Een jaar in de Alpen’ trekt Carrie ten Napel door haar favoriete bergketen. Ze spreekt bewoners over verleden, heden en toekomst van het machtige, maar ook kwetsbare gebied.
“Ik was nog te jong om het goed onder woorden te kunnen brengen, maar als ik nu in de Alpen kom, voelt dat als thuiskomen. Ik vind het er adembenemend prachtig. De stress valt direct van me af. Die bergen geven me figuurlijk, maar ook letterlijk lucht: ik heb astmatische bronchitis, en de lucht daar is frisser en rijker.”
“Ik vond het waardevolle gezinsvakanties. Mijn oma’s gingen altijd mee, omdat ze beiden vrij jong alleen kwamen te staan. De routine was dat mijn ouders vooruitgingen, de auto volgeladen met koffers, aardappelen en appelmoes. Een dag later vertrokken mijn oma’s, mijn broertje en ik, met de trein. Dan haalde papa ons op bij station Garmisch-Partenkirchen en begon de vakantie. We verbleven in Ehrwald, net over de Oostenrijkse grens. Een vriendelijke en gemoedelijke plek, ideaal voor gezinnen. We logeerden altijd boven hetzelfde restaurant. En in de Alpen heb ik leren skiën.”
“Omdat ik van de Alpen houd, wil ik mensen attenderen op de gevaren die het gebied bedreigen, zoals klimaatverandering. In de eerste aflevering ben ik in Monaco. De Alpen liggen hier dicht bij zee. Omdat de temperatuur van het water stijgt, botst de warme zeelucht met de koude berglucht. Dat zorgt voor heftige stormen. In oktober 2020 heeft storm Alex meerdere bergdorpen compleet verwoest. En de bewoners weten dat er nog meer stormen zullen komen, en dat die alleen maar heftiger zullen worden.”
Tekst: Jeroen Keijzer